Gepocheerde vis met wittewijnsaus en puree

BEREIDING

1. Schil de aardappelen en snij ze in gelijke stukken. Kook de aardappelen 20 minuten in gezouten water.
2. Breng per persoon 200 milliliter water aan de kook en los er de visbouillon in op. Dep de stukken vis droog met keukenpapier en snij in gelijke blokjes. Voeg de vis toe aan de visbouillon en laat 5 minuten zachtjes pocheren. Schep de visblokjes voorzichtig uit de bouillon en bewaar onder aluminiumfolie. Bewaar de bouillon voor later.
3. Snij de sjalot fijn. Schil de wortelen en snij in fijne blokjes. Snij de selder in fijne blokjes. Hak de peterselie fijn.
4. Laat de helft van de boter smelten in een kookpot en stoof de fijngesneden sjalot, de wortel en de selder aan. Voeg na 3 minuten de visbouillon toe en laat tot de helft inkoken. Voeg de witte wijn toe en laat opnieuw tot de helft inkoken.
5. Giet de aardappelen af en stamp ze fijn. Kruid met peper en zout. Meng er de rest van de boter en de melk door. Hou warm.
6. Roer de room door de saus en voeg de visblokjes opnieuw toe, breng op smaak met peper en zout en meng er de fijngehakte peterselie door.
7. Serveer de aardappelpuree met de visblokjes in wittewijnsaus.