Buddha bowl met hummus, rode quinoa, edamame en rode kool

BEREIDING

1. Laat de veenbessen wellen in een kommetje lauw water. Breng een ruime pot lichtgezouten water aan de kook voor de edamameboontjes.
2. Breng in een andere pot de quinoa aan de kook in 200 ml water per persoon. Laat 10-15 min. zachtjes koken, tot de quinoa beetgaar is, en giet af.
3. Hummus: hak de knoflook grof. Laat de kikkererwten uitlekken, maar behoud de helft van het vocht. Schep de kikkererwten samen met dat vocht en de knoflook in een maatbeker. Giet een scheutje olijfolie erbij en mix tot een gladde hummus. Kruid met het currypoeder, zout en zwarte peper.
4. Kook de edamameboontjes 3-5 min. tot de peulen heldergroen zijn. Controleer of ze gaar zijn: als je twee gedopte boontjes kan pletten tussen je vingers, zijn ze perfect. Schep uit het water en spoel onder koud water om het kookproces te stoppen. Schik in een kommetje en strooi er wat (grof) zout over. Houd apart voor later.
5. Snijd de rode kool in dunne reepjes (reken op zo'n 100-150 g per persoon) en schep in een kom. Haal de blaadjes munt van de takjes en hak de helft fijn. Gebruik de rest van de blaadjes voor de afwerking. Schep de gesnipperde munt onder de rode kool en meng samen met een flinke scheut rode wijnazijn, olijfolie, zout en zwarte peper. Roer goed door elkaar zodat de smaken zich kunnen vermengen.
6. Giet de veenbessen af. Buddha bowl: schep wat quinoa in een kom en voeg dan een flinke lepel hummus, wat veldsla, wat rode kool en enkele edamameboontjes toe (zie tip). Werk af met de veenbessen, wat nigellazaad en enkele blaadjes munt. Smakelijk!
7. TIP: Hoe eet je die edamame nu? De peul is niet om te eten. Je kan de bonen eruit drukken met je vingers of je kan de peul aan je mond zetten en dan met je tanden de bonen eruit ritsen.