Varkenshaasje Wellington met een witloofslaatje

BEREIDING

1. Verwarm de oven voor op 200 °C. Kruid het varkenshaasje met zout en zwarte peper. Smelt een klont boter in een pan en bak het varkenshaasje kort aan op hoog vuur om het een korstje te geven. Straks gaart het verder in de oven. Haal uit de pan en laat rusten.
2. Pers de knoflook en snipper de sjalot fijn. Hak de champignons met een mes of hakmolen fijn. Smelt een klont boter in de pan van het vlees en bak de sjalot, knoflook en champignons zo'n 5-8 min. op hoog vuur. Zorg dat al vocht uit de champignons is verdampt. Kruid met zout en zwarte peper.
3. Smeer de mosterd op het varkenshaasje en schik vervolgens de champignonmengeling erop. Rol het bladerdeeg open (laat het bijgevoegde bakpapier zitten) en leg het varkenshaasje op het bladerdeeg. Rol het vlees in het deeg en eindig met de naad naar onder. Overtollig deeg snijd je weg (zie tip). Wrijf het bladerdeeg in met de melk (of optioneel eigeel). Bak het varkenshaasje 10 min. in de oven. Verlaag de temperatuur vervolgens tot 180°C en bak nog 5-10 min, tot het bladerdeeg mooi goudbruin is.
4. Witloofsalade: verwijder de harde kern uit het witloof en snipper fijn. Snipper ook de lente-ui fijn. Meng het witloof, de lente-ui en mayonaise onder elkaar. Breng op smaak met de witte wijnazijn, zout en zwarte peper.
5. Haal het varkenshaasje uit de oven, snijd in plakjes en serveer met het witloofslaatje. Smakelijk!
6. TIP: Maak figuurtjes van het resterende bladerdeeg en versier er de rol mee.