Rundsreepjes met gebakken krieltjes, witloof en een vleugje dragon

BEREIDING

1. Snijd de krieltjes doormidden (schillen hoeft niet). Zet net onder water in een pot met een snuif zout en kook in 5 min. beetgaar. Ze mogen nog wat stevig zijn. Giet af en laat uitdampen.
2. Versnipper de sjalot en de dragon. Snijd het witloof doormidden, verwijder de bittere kern en snijd in lange repen van 2 cm (zie tip).
3. Verhit een scheutje olijfolie in een pan en bak de rundsreepjes zo'n 2 min. aan op hoog vuur (niet langer, dat maakt ze taai). Ze mogen nog rosé zijn vanbinnen. Haal uit de pan.
4. Verhit opnieuw een scheutje olijfolie in de pan van de rundsreepjes en fruit de sjalot in 2-3 min. glazig. Voeg dan het witloof toe en laat op een laag vuur stoven. Voeg eventueel wat suiker toe om de bittere smaak wat te verzachten. Strooi er de dragon over en laat nog even doorwarmen. Proef en kruid af met zout en zwarte peper.
5. Smelt een klontje boter in een pan en schep er de krieltjes in. Bak ze gedurende 5-7 min., tot ze mooi goudbruin zijn en kruid met zout en zwarte peper.
6. Serveer de gebakken krieltjes met de rundsreepjes en het gestoofde witloof. Smakelijk!
7. TIP: Geen zin in gestoofd witloof? Snijd het witloof dan in fijne snippers en meng met de sjalot, dragon en een lepel mayonaise. Kruid af met zout en zwarte peper en klaar!