Bospaddenstoelen is over het algemeen een mengeling van verschillende soorten eetbare paddenstoelen die in de bossen groeien in de herfst. Ze verkopen ze in de supermarkt, groentenwinkel of op de markt, het zijn dan inderdaad ook wilde paddenstoelen, en niet gekweekt, maar komen meestal uit Spanje, Italië, Zweden of Rusland. Ga nooit zomaar zelf paddenstoelen plukken in het bos, zonder de hulp van een specialist. Boschampignons zijn heerlijk in risotto, in pasta, op een toast champignon, maak een feestelijke champignonsaus of gebakken bij wildbereidingen. Je kan zelfs paté van paddenstoelen maken, een heerlijk alternatief voor vegetariërs.
In een bospaddenstoelen mengeling vind je vaak cantarellen, ook gekend als dooierzwam of hanekan. Ze hebben een fel gele kleur en een volle, kruidige smaak. Schraap de steel met een mesje, om al het zand te verwijderen. Een oesterzwam heeft een zachte textuur en kan gemakkelijk in stukjes gescheurd worden. In het wild groeit hij op boomstammen of dode stukken hout. Eekhoorntjesbrood, cêpes of in het Italiaans gekend als ‘porcini’ is een hele populaire, grote champignon, met een lekkere nootachtige smaak. Je kan deze champignon ook vaak in gedroogde vorm vinden. Trompette de mort, doodstrompet of hoorn des overvloed is donkergrijs tot zwart en heeft een zachte, malse structuur.
Bospaddenstoelen zijn heerlijk in verschillende herfstige gerechten. Kuis de paddenstoelen wel altijd goed voor je ze gaat gebruiken, er kan best nog wel wat aarde aanhangen: snij een klein stukje van het voetje en borstel het zand weg. Bij sommige soorten kan je best met een mesje langs de voet schrapen. Probeer te vermijden om de paddenstoelen te wassen, wrijf ze desnoods schoon met een vochtig doekje. Bak de champignons op hevig vuur in boter en wat olie. Kruid ze pas met zout als ze goed gebakken zijn, anders gaan de champignons te veel vocht afgeven.