Balsamico of balsamicoazijn is een azijnsoort afkomstig uit Modena, een stad in het noorden van Italië. Balsamico wordt gemaakt van trebbianodruiven. Deze druiven worden geperst en dan opgewarmd van 30 tot 70 °C, zodat het vocht verdampt. De most (=het overblijfsel) laat men dan fermenteren in houten vaten. De suikers worden omgezet in alcohol, om dan op zijn beurt azijnzuur te worden.
Balsamico moet twaalf jaar rijpen op de houten vaten, om 'aceto balsamico tradizionale' genoemd te mogen worden. De balsamico wordt daarbij telkens overgeheven op kleinere vaten, het vocht verdampt, zodat de azijn steeds geconcentreerder en intenser van smaak wordt. Ook de houtsoort van de vaten is bepalend voor de smaak. Deze vaten worden trouwens niet in kelders opgeslagen, maar net op de zolder, de zogenaamde 'acetaia'. Net door de temperatuursschommelingen wordt de balsamico beter. Echte 'aceto balsamico tradizionale' wordt gecontroleerd door twee 'Consorzi', enkel de beste balsamico die aan hun strenge eisen voldoet, wordt gebotteld in typische bolvormige flesjes van 100 milliliter en krijgt een kwaliteitslabel. Deze balsamico is heel duur, maar je hebt er dan ook maar enkele druppeltjes van nodig om een gerecht af te smaken. Uiteraard wordt er heel veel balsamicoazijn verkocht die niet aan deze strenge eisen voldoet, en dan ook geen keurlabel draagt.
De duurdere balsamico-soorten dienen om gerechten zoals salades mee af te werken, goedkopere soorten kan je gebruiken om mee te koken. Voeg bijvoorbeeld enkele druppeltjes toe aan je tomatensaus, vlak voor het serveren, het zal de saus naar een hoger niveau tillen. Of druppel wat balsamico op aardbeien of frambozen, je zal versteld staan!
Balsamicosiroop is de laatste jaren ook heel populair geworden. De siroop is zo in flesjes te koop, maar je kan het ook gemakkelijk zelf maken: laat daarvoor balsamico inkoken op het vuur, en voeg eventueel nog een beetje suiker toe. Laat de saus indikken en je hebt balsamicosiroop gemaakt.