Varkenslapje met witloof en dragonmosterdsaus

BEREIDING

1. Verwarm de oven voor op 200 °C.
2. Was de aardappelen en snij ze in blokjes van 2 cm. Bedek een bakplaat met bakpapier en schik hier de aardappelen op. Besprenkel met de olijfolie, kruid met peper en zout en zet 18-20 minuten in de voorverwarmde oven. Schep halverwege om.
3. Snij het witloof overlangs in twee. Haal de blaadjes van de takjes dragon en snij fijn.
4. Verhit de helft van de boter in een pan en voeg de witloofstronkjes toe. Kruid met peper en zout. Laat ze kort aanbakken aan beide kanten en verlaag dan het vuur. Schenk er water bij, zodat de witloofstronkjes half onder water staan. Zet een deksel op de pan en laat het witloof zachtjes garen.
5. Kruid de varkenslapjes met peper en zout. Verhit de rest van de boter in een pan en bak de varkenslapjes goudbruin, zo'n 3-4 minuten per kant. Schep het vlees uit de pan en laat rusten onder aluminiumfolie.
6. Giet het vet uit de pan en giet er de lichte room en de mosterd bij. Warm op en meng goed. Roer er de fijngesneden dragon door en kruid met peper en zout. Uit het vlees zal ook wat vleesjus gekomen zijn, roer dat ook mee door de saus.
7. Serveer de varkenslapjes met de geroosterde aardappelen, het witloof en lepel er de saus over.