Varkenshaasje met jagersaus en knolselderpuree

BEREIDING

1. Schil de knolselder en snij in blokjes. Kook gaar in 20 minuten in gezouten water. Giet af en laat uitlekken.
2. Verwarm de oven voor op 200 °C.
3. Snij de ui fijn. Pers de knoflook. Rits de blaadjes van de takjes tijm. Borstel de champignons schoon en snij ze in plakjes. Hak de bladpeterselie fijn.
4. Verhit de olijfolie in een pan. Dep het varkenshaasje droog met keukenpapier. Kruid met peper en zout en kleur het rondom aan gedurende 2-3 minuten. Schep het varkenshaasje over in een ovenschaal. Zet 12 minuten in de voorverwarmde oven. Haal dan uit de oven en laat 2 minuten rusten onder aluminiumfolie.
5. Verhit de pan waarin je het varkenshaasje gebakken hebt opnieuw, voeg de spekblokjes toe en laat 3 minuten bakken. Voeg de ui, knoflook, tijm en champignons toe. Voeg eventueel een klein klontje boter toe. Roerbak tot de champignons mooi bruin gebakken zijn.
6. Bestrooi met de bloem, schep goed om en voeg dan de rode wijn en per persoon 75 milliliter water toe. Verkruimel er de aangegeven hoeveelheid runderbouillon bij en roer goed om. Voeg het laurierblad toe en kruid met peper en zout. Laat de saus 5-6 minuten zachtjes pruttelen tot ze ingedikt is. Roer regelmatig om.
7. Stamp de knolselder met een pureestamper en voeg de rest van de boter toe. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat.
8. Snij het varkenshaasje in plakken. Verdeel de knolselderpuree over de borden en leg er de plakjes varkenshaas bij. Schep er de saus over, werk af met de fijngehakte peterselie en serveer.