Thaise kip met rijst, paksoi en wortel

BEREIDING

1. Rasp de gember en pers de knoflook. Hak de chilipeper fijn (verwijder de zaadjes voor minder pit). Hak de steeltjes van het Thaïs basilicum fijn. Meng alles met de honing, sojasaus, het sap van de limoen en een flinke scheut (sesam)olie. Schik de kip in een diep bord en masseer met de marinade. Houd koel voor later.
2. Snijd de paksoi en lente-ui in lange, schuine stukken van 3-4 cm. Snijd de wortel in dunne, schuine plakjes (schillen hoeft niet).
3. Breng de rijst aan de kook in 200 ml water per persoon. Laat zo'n 15 min. zachtjes koken, tot de rijst beetgaar is, en giet af.
4. Verhit een scheutje olie in een wokpan op hoog vuur. Bak de kip gaar in 6-8 min. (bewaar de marinade voor later) . Haal uit de pan en laat rusten in aluminiumfolie.
5. Verhit opnieuw een scheut (sesam)olie in de wokpan en wok de wortel alvast 3 min. Voeg een klein scheutje water toe om eventueel aanbaksel los te krijgen. Voeg vervolgens de paksoi en lente-ui toe en wok nog eens 3-5 min. tot alle groenten beetgaar zijn. Voeg vervolgens de marinade van de kip toe en laat nog 1 min. doorkoken. Proef en breng op smaak met zout.
6. Hak intussen het Thais basilicum grof. Snijd, wanneer de groenten bijna klaar zijn, de kip in repen (zie tip). Giet het eventuele bakvocht van de kip bij de groenten.
7. Serveer de rijst met de groenten in een diep bord. Schik de kip erbovenop en werk af met het Thaïs basilicum. Smakelijk!
8. TIP: Op beeld lieten we de kippendij in z'n geheel, opgerold. Door 'm in stukken te snijden kan je deze wok makkelijk met stokjes eten.