Risotto met geroosterde knolselder, gekaramelliseerde appel, gepekelde radijs en geitenkaas

BEREIDING

1. Verwarm de oven voor op 200 °C. Schil en snij de knolselder in blokjes van een halve centimeter. Schik ze op een met bakpapier bedekte bakplaat, kruid met peper en zout en besprenkel met 1/3 van de olijfolie. Zet 20 minuten in de voorverwarmde oven. Schep halfweg om.
2. Verwijder het groen van de radijzen en snij in fijne plakjes. Doe ze in een kommetje samen met de wittewijnazijn, de helft van de honing en een snuf zout. Zet opzij en laat marineren.
3. Snij de ui fijn en pers de knoflook.
4. Verhit 1/3 van de olijfolie in een stoofpot en stoof de fijngehakte ui en de knoflook zachtjes gedurende 4-5 minuten.
5. Breng ondertussen per persoon 400 milliliter water aan de kook en los hierin de aangegeven hoeveelheid groentebouillon op.
6. Verhoog het vuur en voeg de risottorijst bij de ui. Laat 1 minuut bakken en voeg dan de witte wijn toe. Schep regelmatig om tot de wijn helemaal verdampt is.
7. Verlaag het vuur opnieuw en voeg een soeplepel van de groentebouillon toe. Roer goed en voeg een volgende soeplepel groentebouillon toe wanneer bijna al het vocht verdampt is. Blijf dit herhalen tot de risottorijst gaar is, dit duurt ongeveer 20 minuten. Blijf heel regelmatig roeren. Kruid met peper en zout.
8. Maak ondertussen de gekaramelliseerde appel. Schil en snij de appel in kleine blokjes. Verhit de rest van de olijfolie in een antikleefpan. Voeg de appel en de rest van de honing toe en bak de appelblokjes goudbruin.
9. Schep de geroosterde knolselder, de gekaramelliseerde appel en de parmezaan door de risotto, zet een deksel op de stoofpot en laat 2 minuten rusten. Verkruimel de geitenkaas.
10. Serveer de risotto met de geitenkaas en de kort gepekelde radijsjes erbij.