Ovenschotel met witte worst, puree en sjalottensaus

BEREIDING

1. Verwarm de oven voor op 180°C. Snijd de aardappelen in stukken van zo’n 3 cm (schillen hoeft niet) en zet in een kookpot net onder water met een snuif zout. Kook in 15-20 min. gaar.
2. Hak 1 sjalot en de knoflook fijn. Maak de spruitjes schoon en halveer ze. Snijd de wortel en peer in blokjes van 2 cm (schillen hoeft niet).
3. Verhit een klontje boter in een ruime pan op middelhoog vuur en bak de worst bruin aan elke kant. De worst hoeft nog niet helemaal gaar te zijn, straks gaat hij nog even mee in de oven. Haal uit de pan.
4. Verhit opnieuw een klontje boter in dezelfde pan en stoof de fijngehakte sjalot en knoflook tot de sjalot glazig is. Hak de rozemarijn fijn. Voeg de peer, wortel, spruitjes en rozemarijn toe en roerbak nog zo'n 6-8 min.
5. Giet de aardappelen af. Stamp samen met een scheutje melk tot een smeuïge puree. Kruid met nootmuskaat, zout en zwarte peper.
6. Schep de groenten in een ovenschaal en schep er de puree op. Leg de worst er bovenop en schuif zo'n 10-12 min. in de oven.
7. Sjalottensaus: snijd de overige sjalot in partjes. Hak de tijm. Verhit een klontje boter in dezelfde pan van de groenten en stoof de sjalot op een zacht vuurtje tot hij bruin kleurt, bestrooi met de bloem en laat nog even verder bakken. Los de bouillon intussen op in 100 ml warm water per persoon, voeg samen met de tijm bij de sjalot en roer goed om (zie tip). Laat het geheel tot de helft inkoken, proef en kruid met zout en zwarte peper.
8. Haal de ovenschaal uit de oven en serveer met de sjalottensaus. Smakelijk!
9. TIP: Zorg dat de aanbaksels oplossen in de saus. Gebruik daarom een houten lepel waarmee je over de bodem van de pan schraapt.