Ovenschotel met bloemkool, worst en kaassaus

BEREIDING

1. Snijd de aardappelen in stukken van zo'n 3 cm (schillen hoeft niet) en voeg toe aan de kookpot van de bloemkool. Voeg wat water toe indien ze niet volledig onder water staan en kook in 15-20 min. gaar.
2. Verdeel de bloemkool in roosjes en zet in een kookpot net onder water met een snuif zout. Kook in 5-6 min. beetgaar. Haal vervolgens uit het water en laat uitlekken. Giet het water niet weg, we koken er straks de aardappelen in.
3. Verwarm de oven voor op 200°C, indien mogelijk met de grillstand aan.
4. Versnijd het spek in kleinere repen, een keer in de lengte en een keer in de breedte, zodat je elk worstje een jasje kan geven. Snijd de worst in stukken van ongeveer 5 cm en wikkel ze in een jasje van spek. Smelt wat boter in een pan en bak de worst op een middelhoog vuur aan alle kanten. Zet het vuur uit zodra het spek mooi gekleurd is. De worst hoeft nog niet helemaal gaar te zijn. Hij gaat straks nog even mee in de oven.
5. Kaassaus: begin met een roux voor de witte saus. Smelt de boter in een pot. Voeg de bloem toe en laat opdrogen onder voortdurend roeren. Zet het vuur niet te hoog zodat de roux niet kan aanbranden. De roux is klaar zodra je koekjes begint te ruiken en je bloem met de boter bindt tot kleine korreltjes. Giet er al roerend met een garde de melk bij. Blijf goed roeren tot de saus begint te dikken. Kruid met een snuifje nootmuskaat, zout en zwarte peper en roer er de helft van de kaas door.
6. Giet de aardappelen af en pureer. Kruid met nootmuskaat, zout en zwarte peper. Wat boter of melk erbij mag, maar hoeft niet in dit gerecht.
7. Lepel de puree in een ovenschaal en verdeel de bloemkool over de puree. Giet de kaassaus erover en schik de worst in het geheel (zie tip). Strooi er de rest van de geraspte kaas over en zet 15-20 min in de oven, tot de schotel een goudbruin korstje heeft. Smakelijk!
8. TIP: Door de worstjes niet helemaal te bedekken met kaassaus, ziet het gerecht er nog mooier uit!