Köttbullar (Zweedse gehaktballetjes)

BEREIDING

1. Schil de aardappelen en snij ze in gelijke stukjes. Kook gaar in gezouten water. Breng 400 ml water aan de kook, en voeg het bouillonblokje toe.
2. Doe het gehakt, paneermeel, vijfkruidenpoeder en de helft van de dille in een kom. Kruid met peper en zout, en meng onder mekaar met je handen. Maak je handen nat, en rol 12 balletjes.
3. Hak de veenbessen in kleine stukjes.
4. Doe de olie in een pan, en bak de balletjes in 4 minuten. Schep ze regelmatig om, zodat ze gelijk kleuren. Schep de balletjes uit de pan.
5. Doe 1 eetlepel boter in de pan waarin je de gehaktballetjes gebakken hebt. Laat smelten, en voeg dan de bloem toe. Roer goed, totdat de bloem en boter een roux gevormd hebben (kleine droge bolletjes).
6. Giet de kippenbouillon erbij, en roer met een garde op een laag vuurtje, totdat je een mooie saus hebt, en alle roux opgelost is. Voeg de gehakte veenbessen en de mosterd toe, roer goed. Voeg dan de gehaktballetjes toe, en dek de pan af met een deksel. Laat 5 minuten doorkoken op een zacht vuurtje.
7. Haal de gehaktballetjes van het vuur, en meng er 3 eetlepels zure room en de rest van de dille onder.
8. Giet de aardappelen af, en stamp ze fijn. Voeg een klontje boter toe, 1 eetlepel zure room, en peper en zout. Meng goed. Serveer de gehaktballetjes met de puree en de veenbessenconfituur.