Kipfilet met gekaramelliseerd witloof, appel en geroosterde krielaardappelen

BEREIDING

1. Verwarm de oven op 200°C en bedek een bakplaat met bakpapier. Pers de knoflook. Halveer de krieltjes (schillen hoeft niet). Schik op de bakplaat en hussel door elkaar met wat olie, de knoflook, zout en zwarte peper. Schuif 20-25 min. in de oven, tot de krieltjes mooi goudbruin zijn. Schep halverwege eens om.
2. Kruid de kipfilet met zout en zwarte peper. Smelt een klontje boter in een pan op hoog vuur. Korst de kip langs alle kanten mooi bruin op hoog vuur. Verlaag het vuur, zet een deksel op de pan en laat de filet nog 10-15 min. garen.
3. Halveer het witloof en haal de harde kern eruit. Snijd de appel in partjes (zie tip).
4. Smelt een klontje boter in een pan op middelhoog vuur. Stoof het witloof en de appel aan. Voeg een scheutje water en de suiker toe en laat 8-10 min. karamelliseren op zacht vuur. Kruid met zout en zwarte peper.
5. Snipper de sjalot fijn. Hak de peterselie fijn. Haal de kipfilet uit de pan en houd warm. Stoof, eventueel met wat extra boter, de sjalot aan in diezelfde pan. Verkruimel de bouillon erover en giet er 100 ml water bij. Laat even sudderen tot de saus mooi gebonden is en voeg dan de peterselie toe. Proef en kruid met zout, zwarte peper en (optioneel) mosterd.
6. Serveer de kipfilet met de saus, de krokant geroosterde krielaardappelen en het gekaramelliseerd witloof. Smakelijk!
7. TIP: Je kan ook een slaatje maken door het witloof en de appel in julienne te snijden. Met zout en peper en wat mayonaise of yoghurt erbij, is het zo klaar.