Kip milanese met aardappelsalade, rucola en radijsjes

BEREIDING

1. Verwarm de oven voor op 200 °C. Was de aardappelen en snij ze in blokjes van 2 cm. Bedek een bakplaat met bakpapier en schik hier de aardappelen op. Besprenkel met de helft van de olijfolie, kruid met peper en zout en zet 18-20 minuten in een voorverwarmde oven.
2. Leg een stuk plastiekfolie of bakpapier onder en boven de kipfilets en sla ze plat met een deegrol of ander zwaar voorwerp tot 0,5 cm dikte. Doe de bloem, het (de) ei(eren) en de panko in aparte kommetjes. Klop het ei los. Dep de kipfilets droog, kruid met peper en zout en dip ze dan eerst in de bloem, dan het losgeklopte ei en tenslotte de panko.
3. Maak de radijsjes schoon en snij in fijne plakjes. Was de rucola. Doe samen in een kom.
4. Maak een dressing met de wittewijnazijn, de mosterd en de zure room. Snij de basilicum fijn en meng door de dressing. Kruid met peper en zout. Snij de citroen in partjes.
5. Verhit de rest van de olijfolie in een antikleefpan. Bak hierin de kip op een zacht vuur gedurende 6-7 minuten, totdat het korstje mooi goudbruin kleurt. Controleer of de kip mooi doorbakken is.
6. Meng de geroosterde aardappelen door de salade en meng er de helft van de dressing onder. Serveer de kip met de salade, de rest van de dressing en een partje citroen.