Jagerstoofpotje met spek en frietjes met champignons en zilveruitjes

BEREIDING

1. Pel de zilveruitjes. Pers de knoflook. Snijd de champignons in 2, grotere exemplaren in 4. Verwarm de oven voor op 200°C en bedek een bakplaat met bakpapier.
2. Smelt een flinke klont boter in een braadpan op hoog vuur. Stoof de zilveruitjes, knoflook en champignons 5 min. aan. Voeg vervolgens het spek toe en bak nog eens 4 min. mee. Kruid met de stoverijkruiden, zout en zwarte peper. Bestrooi vervolgens met de bloem en voeg de mosterd en Luikse siroop toe. Roer goed om, tot de bloem volledig opgenomen is. Blus dan met het bier en zet het vuur lager. Plaats een deksel half op de pan en laat rustig sudderen tot het stoof potje de gewenste dikte heeft (zie tip). Roer regelmatig even om.
3. Snijd de aardappel in frietjes (schillen hoeft niet). Schik op de bakplaat en hussel door elkaar met olijfolie, zout en zwarte peper. Schuif 20-25 min. in de oven, tot de frietjes mooi goudbruin zijn. Schep halverwege eens om.
4. Hou het stoof potje intussen in de gaten. Heeft de saus de gewenste dikte? Zet het vuur dan uit en laat het deksel op de pot.
5. Snijd het witloof julienne (verwijder de harde kern en onderkant). Meng in een kom met de veldsla, mayonaise, zout en voldoende zwarte peper. Voeg optioneel ook een klein scheutje azijn of een kneep citroensap toe.
6. Serveer het stoofpotje met de frietjes en het frisse slaatje. Smakelijk!
7. TIP: De gewenste dikte van een stoofpotje is voor iedereen anders. Wij houden bv. van een stroperige saus die nog net lopend genoeg is. Hoe langer je 'm op het vuur laat staan, hoe dikker ze wordt. Proeven maar!