Gelakte fricandon met Luikse siroop, knolselder en krieltjes

BEREIDING

1. Verwarm de oven voor op 180°C. Bedek een bakplaat met bakpapier.
2. Schil de knolselder en snijd in blokjes van 0,5 cm (reken zo'n 100 g per persoon, de rest kan je eventueel bakken bij het witloof). Smelt een klontje boter in een pan en bak de knolselderblokjes 5-7 min. goudbruin op hoog vuur. Voeg op het einde ook de gefrituurde uitjes toe en bak 1 min. mee. Kruid met zout en zwarte peper.
3. Snijd de krieltjes in 4. Hussel op de bakplaat door elkaar met olijfolie, de rozemarijn, zout en zwarte peper.
4. Lak: meng de Luikse siroop met de mosterd en harissa pasta (let op, pikant!).
5. Meng het gehakt met de gebakken knolselder en kruid met zout en zwarte peper. Bol op tot een gehaktbrood en schik in een ovenschaal. Borstel de dikke laag van de lak erover en bak 30-45 min. in de oven, afhankelijk van de dikte van het gehaktbrood. Wil je ze sneller gaar? Maak dan verschillende kleine gehaktbroden!
6. Rooster ook de krieltjes 25-35 min. in de oven.
7. Salade: snijd de sjalot in flinterdunne ringen en schik in een slakom. Pers de citroen erover, voeg de witte wijnazijn toe met een scheutje olijfolie (en eventueel een toefje mayonaise) en kruid met zout en zwarte peper (zie tip). Maak de sla schoon en hussel op het einde door de dressing.
8. Halveer het witloof (laat de harde kern eraan, zo blijven de blaadjes samen). Smelt een klontje boter in de pan van de knolselder en bak het witloof goudbruin. Voeg een kleine scheut water toe en laat verdampen om het witloof sneller te garen. Kruid met zout en zwarte peper.
9. Snijd de fricandon in dikke plakken. Serveer met de geroosterde krieltjes, frisse salade en gebakken witloof. Smakelijk!
10. TIP: Door de sjalot te marineren in citroensap en azijn zal die lichtjes garen en z'n scherpte verliezen.