Ananascarpaccio met kokosrijst en granaatappel

BEREIDING

Vooraf te maken

1. Schil de ananas en snij in dunne plakken. Meng de helft van de suiker met de rum en 4 eetlepels water in een steelpannetje. Schraap het merg uit het vanillestokje en voeg toe, samen met de vanillepeul en de steranijs. Warm op, tot de suiker gesmolten is. Overgiet de schijven ananas met deze marinade en zet koel weg tot gebruik.
2. Was de basmatirijst goed. Breng de kokosmelk aan de kook en voeg de basmatirijst toe. Laat 10 minuten pruttelen op een zacht vuur, tot de rijst gaar is. Indien het te droog wordt, voeg enkele eetlepels water toe.
3. Giet de rijst af, maar hou de kokosmelk waarin je de rijst gekookt hebt bij. Doe de kokosmelk terug in een steelpannetje en voeg de rest van de suiker en een snufje zout toe. Breng aan de kook. Roer goed tot de kokosmelk indikt. Voeg de kokosmelk beetje bij beetje bij de rijst, tot die mooi aan elkaar kleeft.
4. Haal de pitjes uit de granaatappel.

Vlak voor het serveren

5. Haal de plakjes ananas uit de marinade en schik op borden. Maak quenelles van de kokosrijst met 2 lepels en schep bovenop de ananasplakjes. Bedruppel met de marinade van de ananas. Werk af met granaatappelpitjes en gepofte quinoa en serveer.