De basis
Misopasta is eigenlijk een mengeling van gekookte sojabonen, met zout en water waardoor de sojabonen zijn gaan fermenteren. Bekijk het een beetje als verschillende soorten bieren: de kleuren, smaken en de intensiteit kunnen erg verschillen. In het algemeen kunnen we stellen dat hoe donkerder de miso, hoe sterker de smaak. Bij de rode variant hebben de sojabonen het langst gefermenteerd wat zorgt voor een geconcentreerde en intense smaak. Rode miso past prima bij krachtige, hartige gerechten als vleesbereidingen, groenteschotels met aubergine of asperge. Bij witte miso wordt een deel van de gefermenteerde sojabonen vervangen door rijst. De witte is dus iets milder van smaak en past prima in dressings of zelfs bij desserts. In Aziatische landen vind je ook nog de gele miso, een tussenvariant.
Hoe gebruik je miso?
Misopasta gebruik je eigenlijk nooit alleen. Het is vrij zout en heeft een sterke smaak. Misopasta kan je beter zien als een deel van iets. Het mengt bijvoorbeeld ook niet makkelijk met olie. Gebruik daarom je blender voor een extra gladde consistentie.
Kook miso ook niet onmiddellijk, dan gaat de smaak verloren. Kook het op een laag vuurtje, laat het mooi sudderen zonder de temperatuur te veel te verhogen.
Miso kan je vrij lang bewaren. Doe er wel plastic folie rond of bewaar het in een plastic doosje zodat het mooi afgedekt is.
Aan de slag!
Miso is zo’n product waarvan je, eens dat je het een keer in huis hebt gehaald, helemaal weg bent. Het is een onmisbare smaakmaker in de hedendaagse keuken. Denk daarbij niet enkel aan Aziatische gerechten zoals misosoep of ramen. Heerlijk zijn geroosterde jonge wortels met een vinaigrette van miso of een lekkere Oosterse salade met miso.